Ster 49 bevindt zich in het sterrenbeeld Ceti, ALMA meldt deze aanname.
Wetenschappers die in Chili geïnstalleerde ALMA-radiotelescopen gebruikten, konden een grote stofschijf dicht bij ster 49 van het sterrenbeeld China repareren. De leeftijd van het object is ongeveer 40 miljoen jaar. De huidige modellen stellen dat stof en gas rond zulke jonge objecten in de ruimte verspreid moeten worden. Daaruit worden dan jonge planeten gevormd. Dit werd aangekondigd door astronoom Aya Higuchi met collega's die in het Astrophysical Observatory of Japan werken. De resultaten van hun onderzoek publiceerden ze in astrofysische wetenschappelijke tijdschriften.
Bestaande modellen beweren dat planeten zich rond sterren vormen uit de overblijfselen van een schijf die bestaat uit gas en stof rond een nieuw gevormde jonge ster. Kleine gasdeeltjes komen samen en plakken aan elkaar en in relatief korte tijd vormen zich daar vaste of gasvormige lichamen van. De rest van het gas wordt onder druk van de zonnewind de ruimte in gevoerd. Zo heeft de ster nieuwe, jonge planeten en een eindige stofschijf die niet lang bestaat.
Recente waarnemingen geven aan dat er een grote hoeveelheid gas met een kleine massa in de restschijf kan zitten. Het vormt zich in de toekomstige gasreuzen.Dit gas werd gevonden in de stofschijf van een ster die tot het sterrenbeeld China behoort. Het bestaat uit koolstofatomen.
Interessant is dat dit gas 10 keer meer bleek te zijn dan astrofysici eerder hadden verwacht. Daarin ontdekten astronomen de aanwezigheid van een relatief zeldzame 13e isotoop. Dankzij de aanwezigheid van een uiterst nauwkeurige telescoop hebben wetenschappers hoogwaardige beelden van de omgeving van China verkregen. Zo konden ze de verdeling van koolhydraatatomen in de ruimte van een gaswolk zien.
Als resultaat werden 2 suggesties voor de oorsprong van de gassubstantie voorgesteld.
Het blijft uit de protoplanetaire wolk. In dit geval kunnen de huidige modellen niet uitleggen hoe een enorm gasvolume rond de ster 49 circuleert.
Gas kan verschijnen als gevolg van frequente botsingen van objecten die verantwoordelijk zijn voor de vorming van protoplaneten. Ze kunnen stofdeeltjes verspreiden. Tijdens dit proces kunnen dergelijke kernen een bepaalde hoeveelheid gas uitstoten. Maar vandaag zijn er geen theoretische modellen hoe dit had kunnen gebeuren en hoeveel gas en stof er zijn bewaard. Bovendien is het aantal botsingen rond ster 49 nog steeds te verwaarlozen.
Dit alles suggereert dat de huidige modellen voor planetaire ontwikkeling aanzienlijke verfijning behoeven. Hun verfijning stelt ons in staat om enkele geheimen van de vorming van niet alleen exoplaneten, maar ook planeten in ons zonnestelsel te ontrafelen. Het is waarschijnlijk dat onderzoeksresultaten de leeftijd van de aarde kunnen verduidelijken.