Krabben zijn geweldige wezens met een ongewone lichaamsstructuur. Maar waarom bewegen krabben die kant op en gaan ze niet rechtstreeks naar het doel? In eerste instantie lijkt het erop dat de kreeft onlogisch werkt en het bewegingsproces ingewikkelder maakt, maar het is niet zo eenvoudig als het lijkt.
Geschiedenis van de oorsprong van krabben
Wetenschappers geloven dat de eerste soort krabben verscheen tijdens de Jura-periode (201-145 miljoen jaar geleden). Het is nogal moeilijk om een betrouwbare beschrijving te geven van individuen die op dat moment leven. Zoölogen waren echter in staat om de unieke soorten die in Canada en de Verenigde Staten voorkomen, in detail te bestuderen. Deze individuen leefden vermoedelijk 90 miljoen jaar geleden. Ze waren klein van formaat, zwommen perfect dankzij gelobde klauwen en hadden grote ronde ogen.
Rond dezelfde periode begon botvis te evolueren, die de verre voorouders van krabben als voedsel begon te gebruiken. Om ze te beschermen, kregen schaaldieren geleidelijk een robuust schild dat hen beschermt tegen de tanden van de meeste waterroofdieren.
Sindsdien begonnen krabben hun populatie te laten groeien, geleidelijk kwamen er nieuwe families met unieke kenmerken. Op dit moment onderscheiden zoölogen 6.780 verschillende soorten. Onder hen zijn er zowel kleine kreeftachtigen met een grootte van een paar centimeter als enorme wezens met een beenlengte van enkele meters. Nu zijn krabben aanwezig in de meeste watermassa's en voelen ze zich geweldig in zowel zeewater als zoet water.De meesten van hen leven in de ondiepe wateren van de Stille Oceaan, maar er zijn ook soorten die in Antarctica leven.
Waarom gaan krabben zijwaarts?
In feite is het antwoord op deze vraag buitengewoon eenvoudig: omdat hun lichaam op deze manier is gestructureerd. Omdat krabben onder rotsen en spleten leven, is hun lichaam tijdens de evolutie plat geworden. Dit maakte het gemakkelijk om in smalle gangpaden te klimmen.
Tijdens het vernauwen van het lichaam begonnen hun benen echter niet naar beneden uit te strekken, maar naar de zijkanten. Hierdoor is de mogelijkheid om naar voren te stappen verdwenen. Met een groot verlangen kan de krab rechtdoor bewegen, maar hij zal het langzaam en onhandig doen.
Interessant feit: bij zijdelings bewegen ziet de krab waar hij naartoe gaat. Hun ogen hebben cirkelvormig zicht en registreren alles wat er rondom gebeurt.
Krabben bewegen zijwaarts, omdat tijdens het evolutieproces hun ledematen niet naar beneden begonnen te kijken, maar weg van de romp. Dit maakte het vooruitgaan ongemakkelijk en bijna onmogelijk.